Advies beleidskader Statushouders

 

 

Aan het College van Burgemeester en Wethouders

van de gemeente Het Hogeland

 

 

Winsum, 20 december 2021.

 

Onderwerp: Advies m.b.t. beleidskader Statushouders.

 

Geacht College,

 

Op 13 dec 2021 werd de Adviesraad Het Hogeland een notitie toegezonden: Uitgangspunten beleidskader Statushouders Het Hogeland. Daarbij het verzoek om op korte termijn te adviseren.

 

De AHH stemt in met de genoemde beleidskaders onder voorbehoud van enkele punten.

 

De AHH vindt  dat binnen de beschreven uitgangspunten nader beleid moet worden geformuleerd.

Op basis van de separaat meegezonden opmerkingen kan de AHH zich voorstellen dat ook genoemde uitgangspunten worden aangepast. Dat moet kunnen, we hebben immers een eerste versie te beoordelen.

De AHH gaat ervan uit dat ze tijdig betrokken worden bij deze invulling van onderbouwend nieuw beleid.

Graag overlegt de AHH met uitvoerende medewerkers over de prioriteitstelling van de diverse opmerkingen.

 

Namens de Adviesraad Het Hogeland,

E.K. Kruidhof, voorzitter


 

Onderstaand de diverse ongecensureerde op- en aanmerkingen:

 

Reactie 1:

Het is jammer dat wij deze stukken pas ontvangen als de uitgangspunten al zijn opgesteld. De bedoeling is toch juist dat we op denkniveau mee kunnen werken aan een zo optimaal mogelijk beleid. Nu kunnen we alleen achteraf nog kritiek op bepaalde punten leveren, want advies heeft op deze manier weinig nut.

Bij de uitgangspunten zijn jammer genoeg veel zaken over het hoofd gezien die onontbeerlijk zijn voor vluchtelingen om te kunnen participeren in de maatschappij. Dat had voorkomen kunnen worden.

Mijn reactie op de uitgangspunten die genoemd staan in het beleidskader statushouders (stapsgewijs):

 

Nieuwe stelsel

Bij dit punt wordt gesteld dat de snelste weg om mee te doen in de maatschappij het leren van de Nederlandse taal is en het vinden van een baan. Natuurlijk is dat essentieel, echter de belangrijkste punten worden hier over het hoofd gezien. Voordat vluchtelingen zich voldoende kunnen concentreren om de Nederlandse taal te leren en binnen een baan kunnen functioneren, moet een begin gemaakt worden met traumaverwerking. Deze mensen hebben vreselijke dingen meegemaakt en zijn van hun geliefden in het thuisland losgescheurd. Ze hebben diepe trauma’s die vaak geestelijke en lichamelijke (psychosomatische) klachten veroorzaken, welke hun leerproces en het kunnen functioneren binnen een baan in de weg staan. Trauma’s blokkeren het integratieproces. Ook wordt er geen rekening gehouden met de gevolgen van een plotselinge cultuurwisseling, er zal eerst voldoende thuisgevoel moeten zijn, en er moet hulp geboden

worden om intercultureel te kunnen communiceren (los van je eigen cultuur).

Wat ook vergeten wordt, is dat de hoofdgroep uitgenodigde asielzoekers bestaat uit zeer hoog opgeleide, jonge mensen, die hun studie aan universiteiten willen vervolgen.

Verder stelt men dat de start met taal vanaf dag 1 in het AZC zal plaatsvinden. Dat is een mooi plan, maar dat gebeurt op dit moment niet. Zal dat op 1 januari wel opeens kunnen gebeuren?

Als statushouders eenmaal in het AZC zijn beland, regelt het COA alles. En het COA richt zich op Europees beleid. Veel statushouders verblijven nog jaren in een AZC voordat zij huis-vesting gevonden hebben. Tot nu toe worden daar weinig leermogelijkheden geboden. Dus hoe gaat de samenwerking van gemeente met het COA gecoördineerd worden? En hoe worden statushouders geselecteerd om ergens aan mee te kunnen doen; op leeftijd, niveau of op vrijwillige basis. Op maat dus..?

Ook wordt gesteld dat de inkoop van het cursusaanbod voor inburgeringsplichtigen onder de

verantwoordelijkheid van gemeenten gaat vallen, maar dat inburgeringsplichtige zelf verantwoordelijk blijft voor het voldoen aan de inburgeringsplicht. Hoe gaat dat eruit zien? Moeten zij zelf een school zoeken? Hoe moeten zij binnen alle colleges en marketing-methoden iets kiezen? Heeft de gemeente hierover ook regie?

Het valt me op dat de omschrijving van de taalniveaus veel gecompliceerder is geworden, vroeger heette het NT1 en NT2 en nu spreekt men over A1, A2, B1, B2, C1 en C2.

 

 

Geen volledige nieuwe werkwijze

Bij dit punt wordt gesteld dat de begeleiding van statushouders nog intensiever gaat worden, maar er wordt niet omschreven op welke manier dit dan gaat gebeuren, wat toch wel van belang is.

Als Werkplein Ability (Team Statushouders) ook in het nieuwe stelsel een erg belangrijke rol gaat spelen en de regierol krijgt om statushouders te begeleiden naar participatie en integratie, op welke manier gaan ze dit dan uitvoeren. En in hoeverre zijn de medewerkers in staat om intercultureel te communiceren? En op welke manier is de gemeente hierbij betrokken?

 

Regie door gemeente

Hier wordt gesteld dat de gemeente gaat zorgen voor een inburgeringsaanbod en passende ondersteuning, waardoor het voor statushouders mogelijk wordt om zelf verantwoordelijk-heid tot inburgering te nemen. En dat bij die regierol wordt ingezet op samenwerking met partijen uit het lokale veld, die goed met elkaar gaan samenwerken.

Dat klinkt allemaal heel mooi, maar ik zie hier veel algemene termen die vaak gebruikt worden, maar in de praktijk niet zoveel blijken voor te stellen. En wat ik hier helemaal mis, is op welke manier de begeleiders getraind gaan worden. Kunnen zij communiceren met mensen uit andere culturen? Hebben zij de capaciteiten om cultuurblokkades te overbruggen en culturele misverstanden te voorkomen?

En hoe gaat men traumaverwerking voor vluchtelingen in het beleid doorvoeren? De vele geestelijke en lichamelijke klachten die vluchtelingen door hun trauma’s ondervinden belemmeren het vereiste “gewoon mee kunnen doen” en “gewoon een baan vinden”. Alles klinkt veel te vanzelfsprekend in dit plan!

 

Dualiteit: taal en participatie

Dat de gemeente taal en participatie gecombineerd en in samenhang gaat aanbieden, zodat statushouders zo snel mogelijk actief mee kunnen doen in de maatschappij, klinkt heel mooi, maar ik mis hier de inhoud van inburgering. De gemeente gebruikt vaak termen als inclusie, diversiteit, werk op maat; iedereen moet mee kunnen doen. Maar men realiseert zich misschien niet wat dit betekent voor statushouders.

Statushouders komen uit veelal collectieve culturen die totaal anders functioneren dan individuele, westerse culturen. Om mee te kunnen doen in deze maatschappij moet een statushouder eerst thuisgevoel krijgen, voldoende rust en hulp krijgen om zijn trauma’s te verwerken en voldoende kennis/ervaring krijgen over de verschillende aspecten in deze hem/haar wezensvreemde maatschappij. Dat kost heel veel tijd!

Het betreft hier geen Winsumers die een baan moet zoeken in deze maatschappij. Stelt u zich maar eens voor dat u meteen mee moet draaien op volle kracht in een Arabische of Chinese cultuur: ‘even de taal leren’ en dan ‘zo snel mogelijk aan het werk en aangepast de maatschappij in’. Alleen dat al zou een enorme klus zijn, laat staan dat je daarbij ook nog dagelijks een zwaar trauma te dragen hebt.

Het is mooi dat we mensen direct willen laten meedoen, maar we moeten ook beseffen dat dit mensen niet altijd direct kan lukken, dat het voor hen een zware klus is, die veel tijd vergt, soms jaren!

Heeft de gemeente gezorgd voor genoeg hulp op dit gebied?

 

 

Lokaal waar mogelijk

Bij dit punt wordt gesteld dat zowel taal als participatie zoveel mogelijk lokaal in Het Hogeland georganiseerd gaat worden. Het is hier onduidelijk of bedoeld wordt dat mensen naar andere dorpen moeten reizen. Er moet dan wel gezorgd worden voor vervoer, want de verbinding tussen verschillende dorpen is erg slecht.

En ook is onduidelijk hoe de gemeente iets gaat organiseren voor hoog opgeleide status-houders om hun capaciteiten en professionaliteit verder te ontwikkelen en in te zetten. Zijn er genoeg geschikte, aangepaste mogelijkheden voor statushouders die verder willen studeren en misschien op de stad aangewezen zijn?

 

Maatwerk

Het voorgestelde persoonlijk en passend inburgeringstraject uitgestippeld in samenspraak met de statushouders is een prachtig voorstel, dat heel erg noodzakelijk is!

 

Financieel stabiel starten

Statushouders een financieel stabiele start geven en ze 6 maanden financieel ‘ontzorgen’ is ook een mooi punt. Wel moet daarbij rekening gehouden met de psychologische aspecten! Als er bijvoorbeeld ook sprake is van een controlerende of begeleidende rol van de gemeente/coaches betreffende de uitgaven, zorgt dit voor veel stress. Statushouders komen uit landen waar ze door de overheid streng gecontroleerd worden, daarom veroorzaakt elke vorm van controle veel angst en stress. Het vraagt veel inlevingsvermogen van

begeleiders om hiermee om te kunnen gaan, zij hebben ook voorlichting op dit gebied nodig. Ook zullen er diverse culturele aspecten een rol spelen over wat financieel wel of niet belangrijk gevonden wordt.

 

Inburgering start snel

Bij dit punt is veel onduidelijkheid doordat gesteld wordt: “Indien mogelijk wordt al een brede intake uitgevoerd op het AZC. Als dit niet mogelijk is gebeurt dit direct na huisvesting.” Zodra vluchtelingen in het AZC zijn, heeft het COA de regie en gemeente heeft in feite niets meer te zeggen. Het COA volgt het Europese asielbeleid en heeft mij dit zelf bij herhaling medegedeeld, toen ik mijn diensten aanbood als trainer traumaverwerking voor Afghaanse statushouders en trainer interculturele communicatie. Veel statushouders moeten bovendien jarenlang in AZC’s verblijven, voordat geschikte huisvesting gevonden is.

Uit mijn contacten met vele statushouders in AZC’s, hoor ik altijd dat daar vrijwel niets op gebied van inburgering gebeurt. Zal dat opeens per 1 januari veranderen?

 

Zo hoog mogelijk taalniveau

De gestelde inburgeringsplicht is in het algemeen een goed plan, maar het benoemen van allerlei termen en codeletters heeft geen zin als er geen duidelijk inhoudsbeschrijving is. Ook zie ik bij dit punt niet hoe men vluchtelingen gaat begeleiden die nog moeite hebben met de inburgering door toedoen van hun trauma’s.

 

Flexibel inburgeringsaanbod

Dit klinkt positief, maar ook hier weer: hoe gaat men deze flexibiliteit ook daadwerkelijk in de praktijk creëren?

 

Inburgeringsaanbod ook voor gezinsmigranten

De titel klinkt mooi, tot er staat: “Zo is de gemeente niet verplicht om voor gezinsmigranten een aanbod voor een inburgeringstraject te doen. Ze kunnen gebruik maken van de ingekochte leerroutes als zij daarvoor zelf betalen “ Maar dat is peperduur! Waarvan moeten ze dat betalen? Met deze maatregel leg je een enorme druk op het ene gezinslid dat hier al verblijft, met veel moeite een baan vond en nu alles moet bekostigen

voor de overkomer, van zijn/haar komst (verplicht voldoende inkomen te hebben) tot en met de inburgering.

Mijn Iraanse nichtje is daar een voorbeeld van. Zij moest in Nederland vele jaren keihard werken naast haar architectenstudie, om haar man over te kunnen laten komen, om hem

hier te kunnen laten blijven, en tegelijkertijd ook zijn studie en inburgering te bekostigen. Door de vele jaren zware druk en de voortdurende angst dat het mis kan lopen, ligt zij nu thuis met een zware burn-out; de artsen hebben haar verboden te werken. Deze druk overkomt iedereen die zijn gezinsleden laat overkomen. Dit mogen we mensen niet

aandoen, een echtpaar, gezin, hoort bij elkaar. Door dit als gemeente te stimuleren en te bekostigen stimuleren we indirect het hele gezin om te participeren, anders blijft de een altijd afhankelijk van de ander.

Belangrijk dus om het aanbod qua taal en inburgering ook voor gezinsmigranten te laten gelden

 

 

Reactie 2:

Afgelopen week las ik met verbazing het verzoek van Kim van Es om een advies van de Adviesraad over de nieuwe wet inburgering. Ik ervaar dit als geringschatting van de Adviesraad om nu, op dit late tijdstip, in de Kersttijd een advies te vragen. Deze wet is al lang in voorbereiding, vele gemeenten hebben een pilot gedraaid. We hadden hierin eerder meegenomen moeten worden.

 

Zoals wij in het beleidskader lezen zien wij in grote lijnen niet veel verschil met de aanpak in het verleden. HET grote verschil is dat de regie naar de gemeenten gaat, heeft dat niet het meeste met geldstromen te maken? Ook in het verleden gingen de statushouders naar school en werd door de consulenten/werkcoaches van het Werkplein Ability (heet nu het team statushouders, andere naam, meestal dezelfde ambtenaren)  geprobeerd om hen te stimuleren naar inburgeringstracjecten (is vlgns mij in het verleden ook een verplichting geweest), het liefst in combinatie met vrijwilligerswerk en daarna bemiddeling naar betaald werk. Een ingewikkeld proces, asielzoekers komen uit meerdere landen, verschillende culturen en achtergronden, sterk uiteenlopende niveaus. Wil je het maximale bereiken, dan vergt dit een bijna persoonlijke aanpak, gericht op die ene (groep) asielzoeker(s).  Het maakt nogal verschil of je iemand moet begeleiden die uit Eritrea komt, of een goed opgeleide vrouw of man uit Syrië. Een meer persoonlijke aanpak is intensief en kost veel mensuren. Heeft de gemeente geld om meer ambtenaren aan te nemen? Hoe zien de trajecten er uit, wordt er een format gemaakt die eensluidend is en voor ieder wordt gebruikt? Het beleidskader zegt niets over de aanpak van de gemeente Het Hogeland, ik zie het meer als een (hele) korte toelichting op de nieuwe Wet Inburgering, die je voor iedere gemeente in Nederland kunt gebruiken, de woorden Werkplein Ability zijn de enige woorden die niet passen bij een andere gemeente.

 

Veel vragen die collega-leden van de adviesraad hebben gesteld onderschrijf ik, ik mis de gerichte aanpak van de gemeente Het Hogeland. Veel woorden, veel algemene kretologie, maar inhoudelijk kun je er niet veel mee. Eén gedachte komt steeds naar voren wanneer je dit stuk leest: HOE DAN?

 

Het is en utopie om te denken dat na de invoering van deze wet de integratie van asielzoekers ineens veel beter zal gaan. Het belangrijkste is dat de mensen die moeten inburgeren zelf van de noodzaak tot inburgering overtuigd zijn, voor een deel zal dat zo zijn, maar een groot deel van de mensen komt ontheemd aan in hun gemeente, na een meestal jarenlang verblijf in een AZC onder gelijkgezinden, en hebben daar alleen hun eigen taal gesproken, zijn zelfs niet een klein beetje geïntegreerd in onze samenleving. Gesteld wordt dat in het nieuwe stelsel de begeleiding van statushouders nog intensiever wordt, hoe wordt dit gerealiseerd? Het team zal moeten worden uitgebreid om dit te kunnen realiseren. De statushouder zelf is verantwoordelijk voor het voldoen aan de Inburgeringswet, de gemeente zorgt voor passende ondersteuning, HOE? Eigen verantwoordelijkheid statushouders, partijen inzetten uit het lokale veld: HOE, WIE inzetten uit het lokale veld.

 

Brede intake? Wat is dat? Hoe ziet dat er uit? Goede bereikbaarheid is een vereiste, hoe wordt dit geregeld in onze uitgestrekte gemeente? Zowel taal als participatie worden zoveel mogelijk lokaal georganiseerd, HOE, met WIE. Ontheffing inburgeringsplicht is niet meer mogelijk, hoe is de handhaving, boetes?, waardoor schulden ontstaan?

Flexibel inburgeringsaanbod, het nieuwe stelsel vraagt om flexibiliteit, wisseling tussen routes waar nodig mooie woorden, maar wat betekent dit inhoudelijk?

Asielmigranten, gezinsmigranten, nareizigers het onderscheid is mij niet duidelijk.

 

Mijn conclusie: oude wijn in nieuwe zakken, maar nu onder de regie van de gemeenten.

 

Reactie 3:

Wanneer je als gemeente een tekst produceert met als titel `Uitgangspunten beleidskader Statushouders Het Hogeland`, dan neem ik aan dat je daarin ten minste puntjes van de sluier van aanstaande beleidsvoornemens op wilt lichten.

Ondanks de ongetwijfeld goede bedoelingen van de schrijver(s) kan ik in de voorliggende tekst echter geen enkel opgelicht puntje van een sluier ontwaren; daarentegen wel veel sluier, dichte mist en stilzwijgen.

Er worden geen plannen van de gemeente Het Hogeland in aangekondigd, onderwerpen die op gemeentelijk vlak ingevuld zouden kunnen gaan worden of moeten worden, worden niet ingevuld.

Wat ik lees is een zeer summiere en oppervlakkige opsomming van een aantal hoofdlijnen van deze nieuwe wetgeving van het rijk.

 

Zelfs de taalkundige bloedarmoede, waaraan men op rijksniveau steeds meer lijkt te gaan lijden, door de rijke Nederlandse taal met gemaks-amerikanismen als: `afschalen, leerbaarheidsonderzoek, leerbaarheidstoets en ontzorgen` te vervuilen, wordt in de gemeentelijke tekst klakkeloos overgenomen.

Overigens zou het woord `ontzorgen` van oorsprong ook een germanisme kunnen zijn, maar dan betekent het weer heel wat anders dan wat hier gepretendeerd wordt.

 

Conclusie op dit onderdeel: we kunnen veel beter gewoon echt Nederlands schrijven en spreken! Al ooit van `doenvermogen` gehoord? Speciaal statushouders schijnen hieraan te lijden; althans deze term is weer speciaal voor hen uitgevonden!

 

Het enige nieuwe in het gemeentelijk verhaal is eigenlijk (en voor intimi is hier waarschijnlijk niets nieuws aan) dat Werkplein Ability (Team Statushouders) een belangrijke rol heeft en behoudt in de uitvoering van de (nieuwe) wetgeving.

Of het moet zijn dat de mededeling dat zowel taal als participatie zoveel mogelijk lokaal in Het Hogeland worden georganiseerd vernieuwend is. Maar dat lijkt me ook wel een erg open deur.

 

Zoals gesteld verschaft de voorliggende tekst m.i. hoogstens enig inzicht in de hoofdlijnen van de nieuwe rijksregelgeving en is er opgeschreven wat juist niet opgeschreven had hoeven te worden (dat had de rijksoverheid immers al gedaan) en er ontbreekt juist, wat wel opgeschreven had moeten worden (de vraag namelijk op welke manier de gemeente de geboden vrijheden en verantwoordelijkheden denkt te gaan inkleden).

Mij dunkt dat dat nou net interessant is en dat wij als Adviesraad daar nieuwsgierig naar zijn.

 

Uit de begeleidende mail begrijp ik dat het al een tijd wachten is op de inhoud van deze tekst en dat het de bedoeling was om eerder met de Adviesraad te overleggen. Mij lijkt dat het met een zodanig tijdsverloop dan toch wel wat ambitieuzer had gekund. Dan hadden we een onderwerp om over te praten. Dit lijkt me ook geen echt overbodige luxe bij wetgeving, die al per 1 januari a.s. in werking treedt. Van ons wordt echter wel ambitie verwacht, namelijk om al voor 6 januari a.s. met een standpunt te komen!

 

Waaraan het vooral ontbreekt is duidelijkheid over een aantal zaken.

 

– Hoeveel statushouders, gezinsmigranten en overige migranten zal het hier naar verwachting per jaar en in de komende jaren in Het Hogeland betreffen, op wie de nieuwe wetgeving van toepassing is. Is dit een stijgende of dalende trend. Waarop is deze verwachting gebaseerd?

 

– Vrijwel alle operaties in de voorbije jaren, waarbij taken en bevoegdheden van het rijk naar de gemeenten werden overgeheveld, gingen gepaard met de verwachting dat de gemeentelijke, de meest aangewezen overheidslaag was om zich van de taak te kwijten en dat de gelegenheid tevens gebruikt kon worden om besparingen in te boeken. Gemeenten, zo was steeds de veronderstelling, konden het werk goedkoper verrichten en steeds was er ook sprake van externe factoren die eraan zouden bijdragen dat het voor gemeenten goedkoper zou worden dan voor het rijk, zo werd steeds verondersteld.

Hoe ziet de financiering er in dit geval uit: wat gaat de gemeente voor de extra taken als vergoeding ontvangen. Is dit genoeg. Waarop is de verwachting gebaseerd dat het genoeg of misschien zelfs meer dan genoeg is. Bestaat er in Het Hogeland inzicht in welke werkzaamheden exact met de nieuwe wetgeving samenhangen en hoeveel formatieplaatsen dit betreft en waar: gemeente, Ability, overig. Is/zijn deze extra formatieplaats(en) voorzien. Zo nee, hoe wordt het dan opgelost. Gaat het ten koste van andere werkzaamheden?

 

 

– In de gemeentelijke tekst wordt opgemerkt dat in Het Hogeland aan statushouders inrichtingskosten om niet worden verstrekt. Hoe verhoudt zich dit tot het verlenen van bijstand inrichtingskosten aan andere bijstandontvangers. Worden deze niet om niet verstrekt. Wat is daar de achtergrond van. Is dit aan die andere bijstandsontvangers uit te leggen. Nemen zij daar genoegen mee. Is hier geen sprake van rechtsongelijkheid. Het argument dat financiële zorgen en schulden belemmerend zijn voor participatie en integratie is immers ook van toepassing op `normale` bijstandsontvangers. Is hier geen sprake van categoriaal inkomensbeleid, waarvan het voeren voorbehouden is aan de rijksoverheid. En hoe verhoudt de gemeentelijke uitgavenpost zich tegenover de overige uitgaven en verplichtingen minimabeleid; worden deze laatste er extra door belast?

 

– In de gemeentelijke tekst is, conform de tekst van de wetgeving, te lezen: `Gemeenten zorgen voor een doorlopende lijn vanuit deze opvang door middel van een brede intake, leerbaarheidstoets en passend traject. De gemeente begint zo vroeg mogelijk vanuit haar regierol. Indien mogelijk wordt al een brede intake uitgevoerd op het AZC. Als dit niet mogelijk is gebeurt dit direct na huisvesting.`

Weliswaar een indrukwekkend samenstel van welluidende termen, maar leg dan tenminste concreet uit wat dat in Het Hogeland betekent. Wat betekent die doorlopende lijn: wie gaat dat uitvoeren en wie controleert dat. Wat stelt die brede intake voor, oftewel wat is het verschil met een gewoon goede intake. Wat betekent die vreselijke leerbaarheidstoets in dit verband. Bij mijn weten komt de term learnability uit de software-branche. Daar gaat het dan om de vraag of mensen in staat kunnen worden geacht om met bepaalde software om te gaan.

Wat stelt het voor dat de gemeente vanuit haar regierol begint. Waarvan hangt het af of die `brede intake´ in het AZC plaatsvindt. Hoe is de planning en wat zijn de afspraken,?

 

– Een belangrijke vraag voor de statushouders lijkt mij de vraag welke garanties zij hebben dat de gemeente hen daadwerkelijk in een zo goed en passend mogelijk traject plaatst en hen daarbij optimaal blijft begeleiden.

Dat gemeenten maatwerk verlenen heeft ongetwijfeld vooral een positieve klank, maar laat dit begrip tevens niet erg veel/teveel ruimte over voor de motivatie, de bedoelingen en de bereidheid tot initiatief nemen van de betreffende begeleiders. Wat kan de statushouder hier inbrengen en eventueel tegenover stellen. Worden deze mogelijkheden en rechten formeel vastgelegd?

 

– De hoogte van de mogelijk op te leggen bestuurlijke boetes is aanzienlijk,. De hoogte kan namelijk variërend van 50 euro tot 250 euro tot 800 euro oplopen tot zelfs een maximum van 2400 euro in de loop van een inburgeringstraject van drie jaar. Het is dus wel zaak dat gemeentes duidelijkheid verschaffen over de vraag in wat voor gevallen en omstandigheden zij van mening zijn dat er sprake is van verwijtbare tekortkomingen bij statushouders ter zake van het niet of onvoldoende meewerken aan inburgeringstrajecten en omtrent de verweermogelijkheden van betrokkenen. Wordt deze gewenste duidelijkheid ook publiekelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in een verordening?

 

– Aan wat voor bijzondere omstandigheden wordt gedacht waar het betreft de mogelijkheid om een inburgeringsplichtige te ontheffen van de inburgeringsplicht omdat het voor de

 

 

inburgeringsplichtige onmogelijk of uiterst moeilijk is om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Wordt dit publiekelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in een verordening?

 

– Wat voor normen gaan er gelden voor verlenging van inburgeringstermijnen en wordt dit publiekelijk vastgelegd ?

 

– Welke normen gaan gelden voor het afwijken van een eenmaal vastgestelde leerroute en worden deze normen publiekelijk vastgelegd ?

 

Tot zover. Mijn opsomming van onduidelijkheden is niet limitatief maar een aanzet.

 

Reactie 4:

Uitgangspunten beleidskader Statushouders Het Hogeland.

Ik geef een primaire reactie op dit verhaal waarin ik de bijdragen van mijn collega-adviesraadsleden niet mee neem. Onze afdeling Participatie van de adviesraad moet er maar wat van gaan bakken,

STERKTE hier mee.

 

1*De titel van deze Nota. Wat voor beleidsstuk mag ik verwachten met deze benaming er boven?

Wat is de waarde hier van? Wie moet hier mee aan het werk en met welke opdracht?

Binnen de gemeente Het Hogeland heb ik al veel soorten aan beleidsnota’s gezien gericht op de Missie, Visie, Kadernota’s, strategisch beleid, operationeel beleid etc.

Bij veel van deze nota’s blijkt na het stellen van kritische vragen dat de concretisering in de volgende nota verwacht kan worden. Oftewel je kunt er geen brood van bakken.

 

2*Het enige punt wat ik hier echt uit kan halen is dat deskundigheidsbevordering en dan met name gericht op het leren van Nederlands zo snel mogelijk moet starten, omdat taal nu eenmaal de sleutel is tot meer. Verder wordt er concreet niets ingevuld. Je kunt hier niets mee. Het is voor de statushouder niet helder welk traject hij moet afleggen om ‘volwaardig’ burger te worden, maar

ook de professionals kunnen hier niets mee. Tja, en wanneer ben ik in Nederland volwaardig burger?

Is daar een definitie van?

 

3*Dan de zin: ”De inburgeringsplichtige blijft zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht”. Wat een loze kreet!

Ik wil zien hoe dat traject er uit gaat zien naar dat volwaardige burgerschap toe. Schrijf het uit

en benoem ook alles wat je tegen gaat komen in dat stappenplan.

Wat is er gebeurt met 20 jaar ervaring binnen het Hogeland rond deze doelgroep.

Wat kun je daar van leren?

Ruim 20 jaar geleden kreeg Winsum een AZC. Wanneer je daar concreet vluchtelingen leerde

 

kennen dan stopte je al snel met gemakkelijke antwoorden over  hun eigen verantwoordelijkheid

rond” ïnburgeringsplicht”. Ik zie een parallel met hoe er wordt gekeken naar bijstandsgerechtigden.

Binnen het AZC in Winsum waren er asielzoekers die vlot doorstroomden en als Nederlands burger de weg vonden, maar ik ken ook een getraumatiseerde angstige vrouw die dit nooit gaat bereiken.

Misschien moet er meer aandacht komen voor “hoe gaan we op weg met mensen “dan dat er een eindresultaat geformuleerd wordt.

 

4)*Het is super ingewikkeld om in de Nederlandse samenleving mee te kunnen komen. Een land van papieren, regels, verwachtingen etc. Wel eens een belasting formulier ingevuld of aardbevingsschade gemeld of een ziekhuisbezoek afgelegd etc.

Het leven in Nederland is voor veel Nederlanders al  te moeilijk. Wat verwachten we dan van iemand die uit een ander land komt, met een andere cultuur, taal en die met wantrouwen, angst en beven geleefd  heeft.

Als adviesraad hebben we aangegeven dat veel bijstandsgerechtigden bij de hand genomen moeten worden. Dat zij begeleiding nodig hebben i.p.v. steeds onder de radar te moeten liggen en controle op controle moeten ervaren.

Dit is ook belangrijk bij elke vluchteling die Nederland binnen komt. Een soort CASEmanager die

In dit hele traject mee loopt, zodat niet steeds de zelfde info vertelt behoeft te worden zou goed zijn.

Laat de gemeente er voor zorgen dat ze haar eigen rol niet verbrokkeld in gaat vullen.

Er zijn vele instanties en professionals die een rol krijgen binnen dit proces. Hier is ervaring mee!

Hoe hou je alles bij elkaar en overzichtelijk? (of is dat de taak van de inburgeringsplichtige zelf)

5)*Ik mis het lerend vermogen van de gemeente. Misschien is dit beleidskader wel vaag omdat dit onderwerp uitermate complex is. In welke nota of beleidsstuk krijgt dit onderwerp de aandacht die het behoeft. Wat zijn we allemaal tegen gekomen binnen al die trajecten die er geweest zijn rond asielzoekers. Wat heeft dat ons geleerd?

 

6)*Misschien moet elke vluchteling ook wel een deskundig maatje krijgen? Die mee loopt zo lang dat nodig is. Wees vooral liefdevol nabij!

Hoe doen andere gemeentes dit? Hoe regelen zij de samenwerking met andere partijen. Hoe is de afstemming? Etc.

Maak ook duidelijk hoe de rol van de centrale overheid en die van de gemeente zich verhouden?

Rollen en verantwoordelijkheden worden pas helder wanneer je er invulling aan geeft.

De gemeente eigent zich de regierol toe net als bij de Woonvisie. Wie is dan de eigenaar van dit traject? De statushouder zelf? Als het mis gaat dat komt dat te liggen bij de statushouder?????

 

7)*bovenstaande gaat over het eerste kantje van dit beleidskader. Ik ga niet gericht in op het vervolg.

 

Er worden standaard termen/kreten genoemd als een soort van kapstok maar er hangt niets onder.

 

Samenvattend. Dit verhaal is echt onder de maat. Moeten wij hier advies op geven?

Tijdens het schrijven van mijn reflectie merk ik dat ik belerend ga worden.

Dit onderwerp vraagt niet enkel om intenties en vage woorden. Natuurlijk zal er een bovenliggend beleid geformuleerd moeten worden, maar uiteindelijk moet er een duidelijke werkwijze uit rollen een werkwijze die recht doet aan de complexe problematiek. Een werkwijze waar de statushouder

en ‘het Hogeland’ beter van wordt. Een gedragen werkwijze door alle betrokken partijen. Niet praten maar poetsen!

Komen tot zo’n(degelijk) plan(spoorboekje?) is niet simpel, kost tijd en de tijd is al op!

De statushouder zit al in de wachtkamer, maar blijft natuurlijk zelf verantwoordelijk……

 

 

Reactie 5:

Het gaat erom dat Statushouders de kans krijgen een goede start te maken in Nederland.

Voordat statushouders die status krijgen moet je er globaal vanuit gaan dat dat ongeveer 8 jaar duurt! Dat is niet niks! In die tijd zullen ze de kans krijgen onze taal te leren, mogelijk via een baantje (voor laaggeschoolden) ter ondersteuning van de lessen in het AZC.

 

In onze provincie zijn momenteel 2 AZC’s (de Marne en Appingedam).

Een doorlopende leerlijn :

taal (vanaf dag 1 in het AZC)

en verder ????? waar bestaat die leerlijn uit? hoe is die opgebouwd?

 

Gemeente Is regievoerder:

afnemen van een brede intake (onderwerpen???)

opstellen van een (persoonlijk) plan voor Participatie (integratie en begeleiding)

financieel ontzorgen van de status houder. Hoe en wat???

 

Gemeente regelt inkoop cursusaanbod

Maar waar bestaat de inburgeringsplicht uit?

Omschrijf ook waar de taalniveau’s uit bestaan

taalniveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2 (van laag naar hoog)

sluit daarbij aan naar welke beroepen kan worden doorgestroomd

voorbeelden geven die bij de achtergrond passen van de statushouder

3 leerroutes

inburgeringsplichtige is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht het hoogst haalbare taalniveau (B!) bereiken

kennis opdoen  Nederlandse maatschappij en arbeidsmarkt en gerichte inspanningen leveren om naar vermogen te participeren

 

Gemeente doet ervaring op

brede intake (wat houdt dat in?)

 

persoonlijk plan

tegelijk inburgeren en participeren

 

 

Gemeente is verantwoordelijk voor aanbod inburgeringstrajecten

 

– trajecten afzonderlijk beschrijven

 

Maar Werkplein Ability (WA)  (team Statushouders) krijgt de Regierol (werkcoach)

statushouders begeleiden naar integratie en participatie

Welke afspraken worden er gemaakt met WA en welke einddoelen over welke termijn???? worden geformuleerd.

 

De Gemeente heeft de regierol op de uitvoering: hoe verhoudt zich dit met de regierol van WA???

 

De gemeente is spin  in het web binnen het flexibele inburgeringsaanbod!!!

– wisseling tussen routes mogelijk maken

– afschalen binnen een route

– flexibele instroommomenten

– desgewenst avondonderwijs

– afstemming tussen participatie component (Wat is dat) en taalonderwijs

 

Inburgering voor gezinsmigranten

 

Wat zijn  gezinsemigranten ???

– de rol van gemeente is van adviserende aard

– er wordt geen aanbod gedaan voor een inburgeringstraject (Waarom niet?)

– kunnen wel gebruik maken van ingekochte leerroutes als zij daar zelf voor betalen (wat zijn dan de kosten? en hoe komen zij aan voldoende geld?

Wat zijn nareizigers?

 

TOT SLOT verklaring termen:

 

gezinshereniging: = hereniging van een al bestaand gezin

gezinsvorming = tot stand brengen van een gezinsband

 

Onderscheiden gezinsmigranten: migranten die in Nederland werken, studeren

 

Nareis: = gezinshereniging voor asielstatushouders

voor nareis gelden aangepaste en minder strenge regels dan voor ‘reguliere gezinshereniging’. Zet de regels van beide eens ter                      verduidelijking onder elkaar.

 

 

 

Voor verblijfsvergunning is nodig

inburgeringsplicht: 1. inburgeringsexamen / taalexamen + kennis van de Nederlandse samenleving

krijgt 3,5 jaar om examen af te leggen

voor analfabeten 5 jaar de tijd om examen af te leggen

 

Zelf betalen??? Of studieschuld opbouwen.

 

Kortom

Genoeg vragen die binnen het document van Kim nog verduidelijking moeten krijgen.

Het document van Ton roept ook genoeg vragen op.

 

Hoe gaan we hier mee verder?

 

Wie neemt het voortouw?

 

Onderstaand de diverse ongecensureerde op- en aanmerkingen:

 

Reactie 1:

Het is jammer dat wij deze stukken pas ontvangen als de uitgangspunten al zijn opgesteld. De bedoeling is toch juist dat we op denkniveau mee kunnen werken aan een zo optimaal mogelijk beleid. Nu kunnen we alleen achteraf nog kritiek op bepaalde punten leveren, want advies heeft op deze manier weinig nut.

Bij de uitgangspunten zijn jammer genoeg veel zaken over het hoofd gezien die onontbeerlijk zijn voor vluchtelingen om te kunnen participeren in de maatschappij. Dat had voorkomen kunnen worden.

Mijn reactie op de uitgangspunten die genoemd staan in het beleidskader statushouders (stapsgewijs):

 

Nieuwe stelsel

Bij dit punt wordt gesteld dat de snelste weg om mee te doen in de maatschappij het leren van de Nederlandse taal is en het vinden van een baan. Natuurlijk is dat essentieel, echter de belangrijkste punten worden hier over het hoofd gezien. Voordat vluchtelingen zich voldoende kunnen concentreren om de Nederlandse taal te leren en binnen een baan kunnen functioneren, moet een begin gemaakt worden met traumaverwerking. Deze mensen hebben vreselijke dingen meegemaakt en zijn van hun geliefden in het thuisland losgescheurd. Ze hebben diepe trauma’s die vaak geestelijke en lichamelijke (psychosomatische) klachten veroorzaken, welke hun leerproces en het kunnen functioneren binnen een baan in de weg staan. Trauma’s blokkeren het integratieproces. Ook wordt er geen rekening gehouden met de gevolgen van een plotselinge cultuurwisseling, er zal eerst voldoende thuisgevoel moeten zijn, en er moet hulp geboden

worden om intercultureel te kunnen communiceren (los van je eigen cultuur).

Wat ook vergeten wordt, is dat de hoofdgroep uitgenodigde asielzoekers bestaat uit zeer hoog opgeleide, jonge mensen, die hun studie aan universiteiten willen vervolgen.

Verder stelt men dat de start met taal vanaf dag 1 in het AZC zal plaatsvinden. Dat is een mooi plan, maar dat gebeurt op dit moment niet. Zal dat op 1 januari wel opeens kunnen gebeuren?

Als statushouders eenmaal in het AZC zijn beland, regelt het COA alles. En het COA richt zich op Europees beleid. Veel statushouders verblijven nog jaren in een AZC voordat zij huis-vesting gevonden hebben. Tot nu toe worden daar weinig leermogelijkheden geboden. Dus hoe gaat de samenwerking van gemeente met het COA gecoördineerd worden? En hoe worden statushouders geselecteerd om ergens aan mee te kunnen doen; op leeftijd, niveau of op vrijwillige basis. Op maat dus..?

Ook wordt gesteld dat de inkoop van het cursusaanbod voor inburgeringsplichtigen onder de

verantwoordelijkheid van gemeenten gaat vallen, maar dat inburgeringsplichtige zelf verantwoordelijk blijft voor het voldoen aan de inburgeringsplicht. Hoe gaat dat eruit zien? Moeten zij zelf een school zoeken? Hoe moeten zij binnen alle colleges en marketing-methoden iets kiezen? Heeft de gemeente hierover ook regie?

Het valt me op dat de omschrijving van de taalniveaus veel gecompliceerder is geworden, vroeger heette het NT1 en NT2 en nu spreekt men over A1, A2, B1, B2, C1 en C2.

 

 

Geen volledige nieuwe werkwijze

Bij dit punt wordt gesteld dat de begeleiding van statushouders nog intensiever gaat worden, maar er wordt niet omschreven op welke manier dit dan gaat gebeuren, wat toch wel van belang is.

Als Werkplein Ability (Team Statushouders) ook in het nieuwe stelsel een erg belangrijke rol gaat spelen en de regierol krijgt om statushouders te begeleiden naar participatie en integratie, op welke manier gaan ze dit dan uitvoeren. En in hoeverre zijn de medewerkers in staat om intercultureel te communiceren? En op welke manier is de gemeente hierbij betrokken?

 

Regie door gemeente

Hier wordt gesteld dat de gemeente gaat zorgen voor een inburgeringsaanbod en passende ondersteuning, waardoor het voor statushouders mogelijk wordt om zelf verantwoordelijk-heid tot inburgering te nemen. En dat bij die regierol wordt ingezet op samenwerking met partijen uit het lokale veld, die goed met elkaar gaan samenwerken.

Dat klinkt allemaal heel mooi, maar ik zie hier veel algemene termen die vaak gebruikt worden, maar in de praktijk niet zoveel blijken voor te stellen. En wat ik hier helemaal mis, is op welke manier de begeleiders getraind gaan worden. Kunnen zij communiceren met mensen uit andere culturen? Hebben zij de capaciteiten om cultuurblokkades te overbruggen en culturele misverstanden te voorkomen?

En hoe gaat men traumaverwerking voor vluchtelingen in het beleid doorvoeren? De vele geestelijke en lichamelijke klachten die vluchtelingen door hun trauma’s ondervinden belemmeren het vereiste “gewoon mee kunnen doen” en “gewoon een baan vinden”. Alles klinkt veel te vanzelfsprekend in dit plan!

 

Dualiteit: taal en participatie

Dat de gemeente taal en participatie gecombineerd en in samenhang gaat aanbieden, zodat statushouders zo snel mogelijk actief mee kunnen doen in de maatschappij, klinkt heel mooi, maar ik mis hier de inhoud van inburgering. De gemeente gebruikt vaak termen als inclusie, diversiteit, werk op maat; iedereen moet mee kunnen doen. Maar men realiseert zich misschien niet wat dit betekent voor statushouders.

Statushouders komen uit veelal collectieve culturen die totaal anders functioneren dan individuele, westerse culturen. Om mee te kunnen doen in deze maatschappij moet een statushouder eerst thuisgevoel krijgen, voldoende rust en hulp krijgen om zijn trauma’s te verwerken en voldoende kennis/ervaring krijgen over de verschillende aspecten in deze hem/haar wezensvreemde maatschappij. Dat kost heel veel tijd!

Het betreft hier geen Winsumers die een baan moet zoeken in deze maatschappij. Stelt u zich maar eens voor dat u meteen mee moet draaien op volle kracht in een Arabische of Chinese cultuur: ‘even de taal leren’ en dan ‘zo snel mogelijk aan het werk en aangepast de maatschappij in’. Alleen dat al zou een enorme klus zijn, laat staan dat je daarbij ook nog dagelijks een zwaar trauma te dragen hebt.

Het is mooi dat we mensen direct willen laten meedoen, maar we moeten ook beseffen dat dit mensen niet altijd direct kan lukken, dat het voor hen een zware klus is, die veel tijd vergt, soms jaren!

Heeft de gemeente gezorgd voor genoeg hulp op dit gebied?

 

 

Lokaal waar mogelijk

Bij dit punt wordt gesteld dat zowel taal als participatie zoveel mogelijk lokaal in Het Hogeland georganiseerd gaat worden. Het is hier onduidelijk of bedoeld wordt dat mensen naar andere dorpen moeten reizen. Er moet dan wel gezorgd worden voor vervoer, want de verbinding tussen verschillende dorpen is erg slecht.

En ook is onduidelijk hoe de gemeente iets gaat organiseren voor hoog opgeleide status-houders om hun capaciteiten en professionaliteit verder te ontwikkelen en in te zetten. Zijn er genoeg geschikte, aangepaste mogelijkheden voor statushouders die verder willen studeren en misschien op de stad aangewezen zijn?

 

Maatwerk

Het voorgestelde persoonlijk en passend inburgeringstraject uitgestippeld in samenspraak met de statushouders is een prachtig voorstel, dat heel erg noodzakelijk is!

 

Financieel stabiel starten

Statushouders een financieel stabiele start geven en ze 6 maanden financieel ‘ontzorgen’ is ook een mooi punt. Wel moet daarbij rekening gehouden met de psychologische aspecten! Als er bijvoorbeeld ook sprake is van een controlerende of begeleidende rol van de gemeente/coaches betreffende de uitgaven, zorgt dit voor veel stress. Statushouders komen uit landen waar ze door de overheid streng gecontroleerd worden, daarom veroorzaakt elke vorm van controle veel angst en stress. Het vraagt veel inlevingsvermogen van

begeleiders om hiermee om te kunnen gaan, zij hebben ook voorlichting op dit gebied nodig. Ook zullen er diverse culturele aspecten een rol spelen over wat financieel wel of niet belangrijk gevonden wordt.

 

Inburgering start snel

Bij dit punt is veel onduidelijkheid doordat gesteld wordt: “Indien mogelijk wordt al een brede intake uitgevoerd op het AZC. Als dit niet mogelijk is gebeurt dit direct na huisvesting.” Zodra vluchtelingen in het AZC zijn, heeft het COA de regie en gemeente heeft in feite niets meer te zeggen. Het COA volgt het Europese asielbeleid en heeft mij dit zelf bij herhaling medegedeeld, toen ik mijn diensten aanbood als trainer traumaverwerking voor Afghaanse statushouders en trainer interculturele communicatie. Veel statushouders moeten bovendien jarenlang in AZC’s verblijven, voordat geschikte huisvesting gevonden is.

Uit mijn contacten met vele statushouders in AZC’s, hoor ik altijd dat daar vrijwel niets op gebied van inburgering gebeurt. Zal dat opeens per 1 januari veranderen?

 

Zo hoog mogelijk taalniveau

De gestelde inburgeringsplicht is in het algemeen een goed plan, maar het benoemen van allerlei termen en codeletters heeft geen zin als er geen duidelijk inhoudsbeschrijving is. Ook zie ik bij dit punt niet hoe men vluchtelingen gaat begeleiden die nog moeite hebben met de inburgering door toedoen van hun trauma’s.

 

Flexibel inburgeringsaanbod

Dit klinkt positief, maar ook hier weer: hoe gaat men deze flexibiliteit ook daadwerkelijk in de praktijk creëren?

 

 

Inburgeringsaanbod ook voor gezinsmigranten

De titel klinkt mooi, tot er staat: “Zo is de gemeente niet verplicht om voor gezinsmigranten een aanbod voor een inburgeringstraject te doen. Ze kunnen gebruik maken van de ingekochte leerroutes als zij daarvoor zelf betalen “ Maar dat is peperduur! Waarvan moeten ze dat betalen? Met deze maatregel leg je een enorme druk op het ene gezinslid dat hier al verblijft, met veel moeite een baan vond en nu alles moet bekostigen

voor de overkomer, van zijn/haar komst (verplicht voldoende inkomen te hebben) tot en met de inburgering.

Mijn Iraanse nichtje is daar een voorbeeld van. Zij moest in Nederland vele jaren keihard werken naast haar architectenstudie, om haar man over te kunnen laten komen, om hem

hier te kunnen laten blijven, en tegelijkertijd ook zijn studie en inburgering te bekostigen. Door de vele jaren zware druk en de voortdurende angst dat het mis kan lopen, ligt zij nu thuis met een zware burn-out; de artsen hebben haar verboden te werken. Deze druk overkomt iedereen die zijn gezinsleden laat overkomen. Dit mogen we mensen niet

aandoen, een echtpaar, gezin, hoort bij elkaar. Door dit als gemeente te stimuleren en te bekostigen stimuleren we indirect het hele gezin om te participeren, anders blijft de een altijd afhankelijk van de ander.

Belangrijk dus om het aanbod qua taal en inburgering ook voor gezinsmigranten te laten gelden

 

 

Reactie 2:

Afgelopen week las ik met verbazing het verzoek van Kim van Es om een advies van de Adviesraad over de nieuwe wet inburgering. Ik ervaar dit als geringschatting van de Adviesraad om nu, op dit late tijdstip, in de Kersttijd een advies te vragen. Deze wet is al lang in voorbereiding, vele gemeenten hebben een pilot gedraaid. We hadden hierin eerder meegenomen moeten worden.

 

Zoals wij in het beleidskader lezen zien wij in grote lijnen niet veel verschil met de aanpak in het verleden. HET grote verschil is dat de regie naar de gemeenten gaat, heeft dat niet het meeste met geldstromen te maken? Ook in het verleden gingen de statushouders naar school en werd door de consulenten/werkcoaches van het Werkplein Ability (heet nu het team statushouders, andere naam, meestal dezelfde ambtenaren)  geprobeerd om hen te stimuleren naar inburgeringstracjecten (is vlgns mij in het verleden ook een verplichting geweest), het liefst in combinatie met vrijwilligerswerk en daarna bemiddeling naar betaald werk. Een ingewikkeld proces, asielzoekers komen uit meerdere landen, verschillende culturen en achtergronden, sterk uiteenlopende niveaus. Wil je het maximale bereiken, dan vergt dit een bijna persoonlijke aanpak, gericht op die ene (groep) asielzoeker(s).  Het maakt nogal verschil of je iemand moet begeleiden die uit Eritrea komt, of een goed opgeleide vrouw of man uit Syrië. Een meer persoonlijke aanpak is intensief en kost veel mensuren. Heeft de gemeente geld om meer ambtenaren aan te nemen? Hoe zien de trajecten er uit, wordt er een format gemaakt die eensluidend is en voor ieder wordt gebruikt? Het beleidskader zegt niets over de aanpak van de gemeente Het Hogeland, ik zie het meer als een (hele) korte toelichting op de nieuwe Wet Inburgering, die je voor iedere gemeente in Nederland kunt gebruiken, de woorden Werkplein Ability zijn de enige woorden die niet passen bij een andere gemeente.

 

Veel vragen die collega-leden van de adviesraad hebben gesteld onderschrijf ik, ik mis de gerichte aanpak van de gemeente Het Hogeland. Veel woorden, veel algemene kretologie, maar inhoudelijk kun je er niet veel mee. Eén gedachte komt steeds naar voren wanneer je dit stuk leest: HOE DAN?

 

Het is en utopie om te denken dat na de invoering van deze wet de integratie van asielzoekers ineens veel beter zal gaan. Het belangrijkste is dat de mensen die moeten inburgeren zelf van de noodzaak tot inburgering overtuigd zijn, voor een deel zal dat zo zijn, maar een groot deel van de mensen komt ontheemd aan in hun gemeente, na een meestal jarenlang verblijf in een AZC onder gelijkgezinden, en hebben daar alleen hun eigen taal gesproken, zijn zelfs niet een klein beetje geïntegreerd in onze samenleving. Gesteld wordt dat in het nieuwe stelsel de begeleiding van statushouders nog intensiever wordt, hoe wordt dit gerealiseerd? Het team zal moeten worden uitgebreid om dit te kunnen realiseren. De statushouder zelf is verantwoordelijk voor het voldoen aan de Inburgeringswet, de gemeente zorgt voor passende ondersteuning, HOE? Eigen verantwoordelijkheid statushouders, partijen inzetten uit het lokale veld: HOE, WIE inzetten uit het lokale veld.

 

Brede intake? Wat is dat? Hoe ziet dat er uit? Goede bereikbaarheid is een vereiste, hoe wordt dit geregeld in onze uitgestrekte gemeente? Zowel taal als participatie worden zoveel mogelijk lokaal georganiseerd, HOE, met WIE. Ontheffing inburgeringsplicht is niet meer mogelijk, hoe is de handhaving, boetes?, waardoor schulden ontstaan?

Flexibel inburgeringsaanbod, het nieuwe stelsel vraagt om flexibiliteit, wisseling tussen routes waar nodig mooie woorden, maar wat betekent dit inhoudelijk?

Asielmigranten, gezinsmigranten, nareizigers het onderscheid is mij niet duidelijk.

 

Mijn conclusie: oude wijn in nieuwe zakken, maar nu onder de regie van de gemeenten.

 

Reactie 3:

Wanneer je als gemeente een tekst produceert met als titel `Uitgangspunten beleidskader Statushouders Het Hogeland`, dan neem ik aan dat je daarin ten minste puntjes van de sluier van aanstaande beleidsvoornemens op wilt lichten.

Ondanks de ongetwijfeld goede bedoelingen van de schrijver(s) kan ik in de voorliggende tekst echter geen enkel opgelicht puntje van een sluier ontwaren; daarentegen wel veel sluier, dichte mist en stilzwijgen.

Er worden geen plannen van de gemeente Het Hogeland in aangekondigd, onderwerpen die op gemeentelijk vlak ingevuld zouden kunnen gaan worden of moeten worden, worden niet ingevuld.

Wat ik lees is een zeer summiere en oppervlakkige opsomming van een aantal hoofdlijnen van deze nieuwe wetgeving van het rijk.

 

Zelfs de taalkundige bloedarmoede, waaraan men op rijksniveau steeds meer lijkt te gaan lijden, door de rijke Nederlandse taal met gemaks-amerikanismen als: `afschalen, leerbaarheidsonderzoek, leerbaarheidstoets en ontzorgen` te vervuilen, wordt in de gemeentelijke tekst klakkeloos overgenomen.

Overigens zou het woord `ontzorgen` van oorsprong ook een germanisme kunnen zijn, maar dan betekent het weer heel wat anders dan wat hier gepretendeerd wordt.

 

Conclusie op dit onderdeel: we kunnen veel beter gewoon echt Nederlands schrijven en spreken! Al ooit van `doenvermogen` gehoord? Speciaal statushouders schijnen hieraan te lijden; althans deze term is weer speciaal voor hen uitgevonden!

 

Het enige nieuwe in het gemeentelijk verhaal is eigenlijk (en voor intimi is hier waarschijnlijk niets nieuws aan) dat Werkplein Ability (Team Statushouders) een belangrijke rol heeft en behoudt in de uitvoering van de (nieuwe) wetgeving.

Of het moet zijn dat de mededeling dat zowel taal als participatie zoveel mogelijk lokaal in Het Hogeland worden georganiseerd vernieuwend is. Maar dat lijkt me ook wel een erg open deur.

 

Zoals gesteld verschaft de voorliggende tekst m.i. hoogstens enig inzicht in de hoofdlijnen van de nieuwe rijksregelgeving en is er opgeschreven wat juist niet opgeschreven had hoeven te worden (dat had de rijksoverheid immers al gedaan) en er ontbreekt juist, wat wel opgeschreven had moeten worden (de vraag namelijk op welke manier de gemeente de geboden vrijheden en verantwoordelijkheden denkt te gaan inkleden).

Mij dunkt dat dat nou net interessant is en dat wij als Adviesraad daar nieuwsgierig naar zijn.

 

Uit de begeleidende mail begrijp ik dat het al een tijd wachten is op de inhoud van deze tekst en dat het de bedoeling was om eerder met de Adviesraad te overleggen. Mij lijkt dat het met een zodanig tijdsverloop dan toch wel wat ambitieuzer had gekund. Dan hadden we een onderwerp om over te praten. Dit lijkt me ook geen echt overbodige luxe bij wetgeving, die al per 1 januari a.s. in werking treedt. Van ons wordt echter wel ambitie verwacht, namelijk om al voor 6 januari a.s. met een standpunt te komen!

 

Waaraan het vooral ontbreekt is duidelijkheid over een aantal zaken.

 

– Hoeveel statushouders, gezinsmigranten en overige migranten zal het hier naar verwachting per jaar en in de komende jaren in Het Hogeland betreffen, op wie de nieuwe wetgeving van toepassing is. Is dit een stijgende of dalende trend. Waarop is deze verwachting gebaseerd?

 

– Vrijwel alle operaties in de voorbije jaren, waarbij taken en bevoegdheden van het rijk naar de gemeenten werden overgeheveld, gingen gepaard met de verwachting dat de gemeentelijke, de meest aangewezen overheidslaag was om zich van de taak te kwijten en dat de gelegenheid tevens gebruikt kon worden om besparingen in te boeken. Gemeenten, zo was steeds de veronderstelling, konden het werk goedkoper verrichten en steeds was er ook sprake van externe factoren die eraan zouden bijdragen dat het voor gemeenten goedkoper zou worden dan voor het rijk, zo werd steeds verondersteld.

Hoe ziet de financiering er in dit geval uit: wat gaat de gemeente voor de extra taken als vergoeding ontvangen. Is dit genoeg. Waarop is de verwachting gebaseerd dat het genoeg of misschien zelfs meer dan genoeg is. Bestaat er in Het Hogeland inzicht in welke werkzaamheden exact met de nieuwe wetgeving samenhangen en hoeveel formatieplaatsen dit betreft en waar: gemeente, Ability, overig. Is/zijn deze extra formatieplaats(en) voorzien. Zo nee, hoe wordt het dan opgelost. Gaat het ten koste van andere werkzaamheden?

 

 

– In de gemeentelijke tekst wordt opgemerkt dat in Het Hogeland aan statushouders inrichtingskosten om niet worden verstrekt. Hoe verhoudt zich dit tot het verlenen van bijstand inrichtingskosten aan andere bijstandontvangers. Worden deze niet om niet verstrekt. Wat is daar de achtergrond van. Is dit aan die andere bijstandsontvangers uit te leggen. Nemen zij daar genoegen mee. Is hier geen sprake van rechtsongelijkheid. Het argument dat financiële zorgen en schulden belemmerend zijn voor participatie en integratie is immers ook van toepassing op `normale` bijstandsontvangers. Is hier geen sprake van categoriaal inkomensbeleid, waarvan het voeren voorbehouden is aan de rijksoverheid. En hoe verhoudt de gemeentelijke uitgavenpost zich tegenover de overige uitgaven en verplichtingen minimabeleid; worden deze laatste er extra door belast?

 

– In de gemeentelijke tekst is, conform de tekst van de wetgeving, te lezen: `Gemeenten zorgen voor een doorlopende lijn vanuit deze opvang door middel van een brede intake, leerbaarheidstoets en passend traject. De gemeente begint zo vroeg mogelijk vanuit haar regierol. Indien mogelijk wordt al een brede intake uitgevoerd op het AZC. Als dit niet mogelijk is gebeurt dit direct na huisvesting.`

Weliswaar een indrukwekkend samenstel van welluidende termen, maar leg dan tenminste concreet uit wat dat in Het Hogeland betekent. Wat betekent die doorlopende lijn: wie gaat dat uitvoeren en wie controleert dat. Wat stelt die brede intake voor, oftewel wat is het verschil met een gewoon goede intake. Wat betekent die vreselijke leerbaarheidstoets in dit verband. Bij mijn weten komt de term learnability uit de software-branche. Daar gaat het dan om de vraag of mensen in staat kunnen worden geacht om met bepaalde software om te gaan.

Wat stelt het voor dat de gemeente vanuit haar regierol begint. Waarvan hangt het af of die `brede intake´ in het AZC plaatsvindt. Hoe is de planning en wat zijn de afspraken,?

 

– Een belangrijke vraag voor de statushouders lijkt mij de vraag welke garanties zij hebben dat de gemeente hen daadwerkelijk in een zo goed en passend mogelijk traject plaatst en hen daarbij optimaal blijft begeleiden.

Dat gemeenten maatwerk verlenen heeft ongetwijfeld vooral een positieve klank, maar laat dit begrip tevens niet erg veel/teveel ruimte over voor de motivatie, de bedoelingen en de bereidheid tot initiatief nemen van de betreffende begeleiders. Wat kan de statushouder hier inbrengen en eventueel tegenover stellen. Worden deze mogelijkheden en rechten formeel vastgelegd?

 

– De hoogte van de mogelijk op te leggen bestuurlijke boetes is aanzienlijk,. De hoogte kan namelijk variërend van 50 euro tot 250 euro tot 800 euro oplopen tot zelfs een maximum van 2400 euro in de loop van een inburgeringstraject van drie jaar. Het is dus wel zaak dat gemeentes duidelijkheid verschaffen over de vraag in wat voor gevallen en omstandigheden zij van mening zijn dat er sprake is van verwijtbare tekortkomingen bij statushouders ter zake van het niet of onvoldoende meewerken aan inburgeringstrajecten en omtrent de verweermogelijkheden van betrokkenen. Wordt deze gewenste duidelijkheid ook publiekelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in een verordening?

 

– Aan wat voor bijzondere omstandigheden wordt gedacht waar het betreft de mogelijkheid om een inburgeringsplichtige te ontheffen van de inburgeringsplicht omdat het voor de

 

 

inburgeringsplichtige onmogelijk of uiterst moeilijk is om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Wordt dit publiekelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in een verordening?

 

– Wat voor normen gaan er gelden voor verlenging van inburgeringstermijnen en wordt dit publiekelijk vastgelegd ?

 

– Welke normen gaan gelden voor het afwijken van een eenmaal vastgestelde leerroute en worden deze normen publiekelijk vastgelegd ?

 

Tot zover. Mijn opsomming van onduidelijkheden is niet limitatief maar een aanzet.

 

 

 

Reactie 4:

Uitgangspunten beleidskader Statushouders Het Hogeland.

Ik geef een primaire reactie op dit verhaal waarin ik de bijdragen van mijn collega-adviesraadsleden niet mee neem. Onze afdeling Participatie van de adviesraad moet er maar wat van gaan bakken,

STERKTE hier mee.

 

1*De titel van deze Nota. Wat voor beleidsstuk mag ik verwachten met deze benaming er boven?

Wat is de waarde hier van? Wie moet hier mee aan het werk en met welke opdracht?

Binnen de gemeente Het Hogeland heb ik al veel soorten aan beleidsnota’s gezien gericht op de Missie, Visie, Kadernota’s, strategisch beleid, operationeel beleid etc.

Bij veel van deze nota’s blijkt na het stellen van kritische vragen dat de concretisering in de volgende nota verwacht kan worden. Oftewel je kunt er geen brood van bakken.

 

2*Het enige punt wat ik hier echt uit kan halen is dat deskundigheidsbevordering en dan met name gericht op het leren van Nederlands zo snel mogelijk moet starten, omdat taal nu eenmaal de sleutel is tot meer. Verder wordt er concreet niets ingevuld. Je kunt hier niets mee. Het is voor de statushouder niet helder welk traject hij moet afleggen om ‘volwaardig’ burger te worden, maar

ook de professionals kunnen hier niets mee. Tja, en wanneer ben ik in Nederland volwaardig burger?

Is daar een definitie van?

 

3*Dan de zin: ”De inburgeringsplichtige blijft zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht”. Wat een loze kreet!

Ik wil zien hoe dat traject er uit gaat zien naar dat volwaardige burgerschap toe. Schrijf het uit

en benoem ook alles wat je tegen gaat komen in dat stappenplan.

Wat is er gebeurt met 20 jaar ervaring binnen het Hogeland rond deze doelgroep.

Wat kun je daar van leren?

Ruim 20 jaar geleden kreeg Winsum een AZC. Wanneer je daar concreet vluchtelingen leerde

 

kennen dan stopte je al snel met gemakkelijke antwoorden over  hun eigen verantwoordelijkheid

rond” ïnburgeringsplicht”. Ik zie een parallel met hoe er wordt gekeken naar bijstandsgerechtigden.

Binnen het AZC in Winsum waren er asielzoekers die vlot doorstroomden en als Nederlands burger de weg vonden, maar ik ken ook een getraumatiseerde angstige vrouw die dit nooit gaat bereiken.

Misschien moet er meer aandacht komen voor “hoe gaan we op weg met mensen “dan dat er een eindresultaat geformuleerd wordt.

 

4)*Het is super ingewikkeld om in de Nederlandse samenleving mee te kunnen komen. Een land van papieren, regels, verwachtingen etc. Wel eens een belasting formulier ingevuld of aardbevingsschade gemeld of een ziekhuisbezoek afgelegd etc.

Het leven in Nederland is voor veel Nederlanders al  te moeilijk. Wat verwachten we dan van iemand die uit een ander land komt, met een andere cultuur, taal en die met wantrouwen, angst en beven geleefd  heeft.

Als adviesraad hebben we aangegeven dat veel bijstandsgerechtigden bij de hand genomen moeten worden. Dat zij begeleiding nodig hebben i.p.v. steeds onder de radar te moeten liggen en controle op controle moeten ervaren.

Dit is ook belangrijk bij elke vluchteling die Nederland binnen komt. Een soort CASEmanager die

In dit hele traject mee loopt, zodat niet steeds de zelfde info vertelt behoeft te worden zou goed zijn.

Laat de gemeente er voor zorgen dat ze haar eigen rol niet verbrokkeld in gaat vullen.

Er zijn vele instanties en professionals die een rol krijgen binnen dit proces. Hier is ervaring mee!

Hoe hou je alles bij elkaar en overzichtelijk? (of is dat de taak van de inburgeringsplichtige zelf)

5)*Ik mis het lerend vermogen van de gemeente. Misschien is dit beleidskader wel vaag omdat dit onderwerp uitermate complex is. In welke nota of beleidsstuk krijgt dit onderwerp de aandacht die het behoeft. Wat zijn we allemaal tegen gekomen binnen al die trajecten die er geweest zijn rond asielzoekers. Wat heeft dat ons geleerd?

 

6)*Misschien moet elke vluchteling ook wel een deskundig maatje krijgen? Die mee loopt zo lang dat nodig is. Wees vooral liefdevol nabij!

Hoe doen andere gemeentes dit? Hoe regelen zij de samenwerking met andere partijen. Hoe is de afstemming? Etc.

Maak ook duidelijk hoe de rol van de centrale overheid en die van de gemeente zich verhouden?

Rollen en verantwoordelijkheden worden pas helder wanneer je er invulling aan geeft.

De gemeente eigent zich de regierol toe net als bij de Woonvisie. Wie is dan de eigenaar van dit traject? De statushouder zelf? Als het mis gaat dat komt dat te liggen bij de statushouder?????

 

7)*bovenstaande gaat over het eerste kantje van dit beleidskader. Ik ga niet gericht in op het vervolg.

 

Er worden standaard termen/kreten genoemd als een soort van kapstok maar er hangt niets onder.

 

Samenvattend. Dit verhaal is echt onder de maat. Moeten wij hier advies op geven?

Tijdens het schrijven van mijn reflectie merk ik dat ik belerend ga worden.

Dit onderwerp vraagt niet enkel om intenties en vage woorden. Natuurlijk zal er een bovenliggend beleid geformuleerd moeten worden, maar uiteindelijk moet er een duidelijke werkwijze uit rollen een werkwijze die recht doet aan de complexe problematiek. Een werkwijze waar de statushouder

en ‘het Hogeland’ beter van wordt. Een gedragen werkwijze door alle betrokken partijen. Niet praten maar poetsen!

Komen tot zo’n(degelijk) plan(spoorboekje?) is niet simpel, kost tijd en de tijd is al op!

De statushouder zit al in de wachtkamer, maar blijft natuurlijk zelf verantwoordelijk……

 

 

Reactie 5:

Het gaat erom dat Statushouders de kans krijgen een goede start te maken in Nederland.

Voordat statushouders die status krijgen moet je er globaal vanuit gaan dat dat ongeveer 8 jaar duurt! Dat is niet niks! In die tijd zullen ze de kans krijgen onze taal te leren, mogelijk via een baantje (voor laaggeschoolden) ter ondersteuning van de lessen in het AZC.

 

In onze provincie zijn momenteel 2 AZC’s (de Marne en Appingedam).

Een doorlopende leerlijn :

taal (vanaf dag 1 in het AZC)

en verder ????? waar bestaat die leerlijn uit? hoe is die opgebouwd?

 

Gemeente Is regievoerder:

afnemen van een brede intake (onderwerpen???)

opstellen van een (persoonlijk) plan voor Participatie (integratie en begeleiding)

financieel ontzorgen van de status houder. Hoe en wat???

 

Gemeente regelt inkoop cursusaanbod

Maar waar bestaat de inburgeringsplicht uit?

Omschrijf ook waar de taalniveau’s uit bestaan

taalniveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2 (van laag naar hoog)

sluit daarbij aan naar welke beroepen kan worden doorgestroomd

voorbeelden geven die bij de achtergrond passen van de statushouder

3 leerroutes

inburgeringsplichtige is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de                             inburgeringsplicht

het hoogst haalbare taalniveau (B!) bereiken

kennis opdoen  Nederlandse maatschappij en arbeidsmarkt en gerichte inspanningen leveren om naar vermogen te participeren

 

Gemeente doet ervaring op

brede intake (wat houdt dat in?)

 

persoonlijk plan

tegelijk inburgeren en participeren

 

 

Gemeente is verantwoordelijk voor aanbod inburgeringstrajecten

 

– trajecten afzonderlijk beschrijven

 

Maar Werkplein Ability (WA)  (team Statushouders) krijgt de Regierol (werkcoach)

statushouders begeleiden naar integratie en participatie

Welke afspraken worden er gemaakt met WA en welke einddoelen over welke termijn???? worden geformuleerd.

 

De Gemeente heeft de regierol op de uitvoering: hoe verhoudt zich dit met de regierol van WA???

 

De gemeente is spin  in het web binnen het flexibele inburgeringsaanbod!!!

– wisseling tussen routes mogelijk maken

– afschalen binnen een route

– flexibele instroommomenten

– desgewenst avondonderwijs

– afstemming tussen participatie component (Wat is dat) en                                                        taalonderwijs

 

Inburgering voor gezinsmigranten

 

Wat zijn  gezinsemigranten ???

– de rol van gemeente is van adviserende aard

– er wordt geen aanbod gedaan voor een inburgeringstraject (Waarom niet?)

– kunnen wel gebruik maken van ingekochte leerroutes als zij daar zelf voor betalen (wat zijn dan de kosten? en hoe komen zij aan voldoende geld?

Wat zijn nareizigers?

 

TOT SLOT verklaring termen:

 

gezinshereniging: = hereniging van een al bestaand gezin

gezinsvorming = tot stand brengen van een gezinsband

 

Onderscheiden gezinsmigranten: migranten die in Nederland werken, studeren

 

Nareis: = gezinshereniging voor asielstatushouders

voor nareis gelden aangepaste en minder strenge regels dan voor             ‘reguliere gezinshereniging’. Zet de regels van beide eens ter                                            verduidelijking onder elkaar.

 

 

 

Voor verblijfsvergunning is nodig

inburgeringsplicht: 1. inburgeringsexamen / taalexamen + kennis van de Nederlandse samenleving

krijgt 3,5 jaar om examen af te leggen

voor analfabeten 5 jaar de tijd om examen af te leggen

 

Zelf betalen??? Of studieschuld opbouwen.

 

Kortom

Genoeg vragen die binnen het document van Kim nog verduidelijking moeten krijgen.

Het document van Ton roept ook genoeg vragen op.

 

Hoe gaan we hier mee verder?

 

Wie neemt het voortouw?


Geachte heer Kruidhof,
Op 20 december ontvingen wij via de mail uw advies op de uitgangspunten voor het beleidskader Statushouders Het Hogeland. De vraag aan u om op korte termijn te reageren op de uitgangspunten kwam op een ongelukkig moment vlak voor de kerstdagen. U heeft hier desondanks toch op kunnen reageren. Wij danken u voor uw reactie.
U geeft aan dat u vindt dat binnen de beschreven uitgangspunten nader beleid moet worden geformuleerd. Dat is gebeurd. De uitgangspunten zijn verder uitgewerkt en aangevuld in het beleidskader Statushouders in Het Hogeland dat op 2 maart 2022 ter vaststelling voorgelegd wordt aan de gemeenteraad.
Aanvullend op uw brief aan het college heeft u een aantal inhoudelijke opmerkingen over de uitgangspunten aan de ambtenaar gestuurd die zich bezig houdt met het nieuwe beleidskader. Naar aanleiding van de opmerkingen is een aantal zaken in het beleidskader specifieker benoemd, een voorbeeld hiervan is aandacht voor psychische klachten bij de brede intake. De betrokken ambtenaar neemt op korte termijn contact met u op om uw input en opmerkingen verder te bespreken. De beleidsregels voor de uitvoering van het beleid zijn nog in de maak. Ook worden nog afspraken gemaakt met organisaties in de uitvoering. Indien mogelijk wordt uw input nog verwerkt in deze beleidsregels of meegenomen in de uitwerking van afspraken en werkprocessen in de uitvoering.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u vragen hebben dan kunt u contact opnemen met mevrouw K. van Es-Flart, beleidsadviseur van gemeente Het Hogeland.

Met vriendelijke groet,
College van Burgemeester en Wethouders
Gemeente Het Hogeland

Top